Columns Radio1 EenVandaag

img_9994

Ellen was één van de vaste columnisten bij het Politiek Café van Radio EenVandaag op NPO Radio 1. Maandelijks schoof ze aan tafel bij Suzanne Bosman, Joost Vullings en Lammert de Bruiin om vanuit perscentrum Nieuwspoort haar blik op de actualiteit te geven. Hieronder kun je een aantal van haar columns teruglezen.

 

GELE HESJES
Ik weet nog toen ik studeerde. Dat was in de vorige eeuw. Dat klinkt heel lang geleden en dat is het ook. De jaren 90. Man, wat hadden we het goed. Het was een onbezorgde tijd. De muur was gevallen, Europa werd één en de basisbeurs was gratis. Een beetje studeren en verder housend en lounchend het nachtleven in.

Echt niet dat we ons ergens druk over maakte ofzo.
Echt niet dat we gingen demonstreren ofzo.
En ja inderdaad, we waren gemakzuchtige, hedonistische individualisten met maar één motto: lang leve de lol.
Leven en laten leven, weet je wel.
Pilletje erin en gaan met die banaan.
Heel de verzorgingsstaat werd in de uitverkoop gezet, maar wij dansten lachend tot het ochtendgloren.

En nu is er eindelijk weer een protestbeweging. Verzet. Actie-bereidheid. Anarchie. De barricades op en vechten voor je rechten. Je vuist ballen en fuck you roepen! Maar wat is het symbool van deze anti-beweging? Geen hanenkam of piercing, geen dreadlocks, leren jackies of tattoos, nee, het is een geel veiligheidshesje!

Zo’n hesje dat je van de autoriteiten moet dragen als je in de bouw werkt of langs de weg.
Een vestje dat je in bijna heel West-Europa verplicht in de auto moet hebben liggen.
Een opgelegd vestje.
Een risicomijdend vestje.
Een vestje dat staat voor structuur en regelgeving.
Een vestje dat voortkomt uit vertrutting.

Dus je bent boos, woedend zelfs en dan trek je je gele veiligheidshesje aan. Geen rode vlaggen, geen borden met leuzen, geen ratels of trommels, nee je brave ANWB-vestje.

“Loes schat, weet jij waar onze gele vestjes liggen?”
“Ja Joris, die liggen natuurlijk in het dashboardkastje van onze Toyota. Daar liggen ze toch altijd. Daar horen ze te liggen. Dus waarom zouden ze daar nu ineens niet meer liggen? Maar waar heb je het voor nodig lieverd? Het is nu toch geen tijd om te klaar-overen?”
“Nee Loes, maar ik ben boos. Ik kan het niet precies onder woorden brengen. Maar Rutte maakt er een potje van. En Europa, we hebben toch niks meer in te brengen? En dan die migranten. En wat dacht je van die roetveegpiet die ze ons in de maag hebben gesplitst. En dan moeten we binnenkort ook nog betaald parkeren. Mijn knie-operatie is uitgesteld en PSV heeft verloren… Dus ik ga verdomme de straat op. Demonstreren. Want ik pik het niet meer.”
“Heel goed Joris. Laat maar van je horen. En heel verstandig dat je je hesje aandoet. Stel dat jullie de weg op gaan.… Als je toch naar de garage gaat, wil je dan direct de fietsen even opladen schat? Morgen hebben we fietsclub. En kom je niet te laat thuis? Om 18.15 uur wil ik aan tafel. Want vanavond is Boer zoekt Vrouw en dan wil ik op tijd klaarzitten. Nou geef ze van Jetje hè Joris.”

De demonstrant is ook niet meer wat hij geweest is. Ooit ageerde hij tegen de bourgoisie maar nu is het de burger zelf die in opstand komt. En dat komt allemaal omdat we het in de jaren 90 hebben laten lopen. Omdat we toendertijd niet hebben geprotesteerd toen de NS en de energiebedrijven werden geprivatiseerd, toen het ziekenfonds werd afgeschaft en de WAO uitgekleed, de studiebeurs een lening werd en zorginstellingen gesloten. Nu zitten we met de gebakken peren. Nu heeft Joris het gevoel dat alles hem is afgenomen en demonstreert hij in zijn gele hesje. Want Joris is wel boos maar niet gek. Veiligheid voor alles.

LERARENSTAKING
Ja, en het is een wonder dat ik hier ben hoor. Want de leraren van mijn kinderen zijn vandaag naar Den Haag vertrokken, waardoor ik thuis twee kinderen heb zitten, maar gelukkig heb ik mijn schoonouders uit Limburg bereid gevonden om naar Amsterdam te komen, zodat ik vandaag naar Zwolle af kon reizen om hier aanwezig te zijn. Dus die staking golft wel lekker door. Het hele land wordt in beweging gezet.

Maar we hebben ons er allemaal ruimschoots op kunnen voorbereiden. Het zijn en blijven toch docenten en die weten hoe je een schoolreisje moet organiseren. Alle ouders zijn keurig op tijd geïnformeerd, pretpark Nederland vangt de kinderen op, vervoer voor de docenten gaat per touringcar, nummer staat in de klapper, de vrolijk beschilderde spandoeken met ‘juf is boos’ liggen in het bagageruim, lunchpakketjes in de tas, het hele team in knaloranje t-shirts gehesen, heeft juf Marjet nog op de valreep weten te laten drukken en de gymleraar heeft zijn gitaar meegenomen om onderweg de stemming erin te houden.

Al die hardwerkende juffen en meesters hebben zich ook voor deze staking in het zweet gewerkt. Om het vooral zo pijnloos mogelijk te laten verlopen voor ouders en kinderen en om zich van hun beste kant te laten zien aan de politiek. Als er een gouden pamflet zou bestaan voor best georganiseerde staking zou hij naar de lerarenstaking gaan. Natuurlijk is het ze menens, maar ze brengen hun boodschap liefdevol en zachtaardig. Zingend met een groene haarband om het hoofd. Want zo zijn ze. Het lerarenprotest is de Eo-jongerendag onder de stakingen. Lief en keurig binnen de lijntjes.

Echt niet dat ze met vrachtwagens alle snelwegen blokkeren, echt niet dat ze als hooligans met kettingen en zagen de binnenstad intrekken, echt niet dat ze stenen naar de ME gooien of vuile stinkhoer naar hun tegenstander roepen. Nee gelukkig niet. Daar zijn het leraren voor. Die geven het goede voorbeeld. Die hebben geen #doeslief campagne nodig. Die maken bijna net zoveel uren als de gladjakkers op de Zuidas, maar denk je dat ze net zoveel verdienen? Nee joh, van het maandsalaris van een leerkracht kan een beetje Zuidasser nog geen avondje feestvieren.

En dat vinden wij niet eens vreemd. Want alles waar een leerkracht voor staat heeft geen hoge marktwaarde. Moraal, een goed hart, een luisterend oor, behulpzaam, betrokken en empatisch zijn, daar koop je internationaal helemaal niks voor. Het levert geen cent op en bovendien, het is totaal niet glamoreus. Want in de klas liggen geen rode lopers, er lopen geen BN’ers rond, hoe maak je hier in godsnaam een vette insta-story van, laat staan dat je hiermee kan influencen? En daarom is er geen kip die leraar wil worden. En daarom zitten we met een lerarentekort en daarom ervaren ze nog meer werkdruk en daarom begint het zo zoetjes aan op een uitzichtloze toestand te lijken.

Dus. Wat doen we eraan? Moeten de leraren zich ook eens van hun harde kant laten zien? Moet ze wat meer rellen en schijt aan alles en iedereen hebben? Moeten ze die gitaren laten gieren op dat Malieveld? En als dat geen zoden aan de dijk zet moeten ze dan onverwachte prikacties uitvoeren? Ouders en kinderen in de kou laten staan? Al die administratie uit het raam flikkeren? De Citotoetsen voor groep twee, weg ermee, door de plee? Het rapport doorgeven met een ingesproken whatsappbericht? Het zich lekker makkelijk maken? Nee, dat willen we niet. We willen dat ze hun werk goed doen. We willen dat ze zich 100% inzetten en alles uit onze kinderen halen.

Misschien wordt het tijd dat we ze daar dan ook voor belonen. Als wij onze kinderen veel waard vinden moet het leraarschap een waardig beroep worden. Geld en status, dat hebben ze nodig. Daar kunnen zij niet om vragen, dat moeten we ze geven. Zij kunnen niet gaan rock en rollen, wij moeten het sexy gaan vinden. Laat Sire daar maar eens een campagne voor bedenken. En by the way: overal waar ik net leraar zei kun je ook alle werknemers in de zorg zeggen. Stop de tijd.

HOLLANDSE MOLENS
Het Sociaal en Cultureel Planbureau wilde weten hoe Nederlanders tegen hun identiteit aankijken. Met andere woorden wat is nou typisch Nederlands? 5000 burgers werden ondervraagd en wat kwam eruit: Pakjesavond, Koningsdag en oliebollen. Wat kan het leven toch onwaarschijnlijk simpel zijn. Twee jaar onderzoek om te ontdekken dat we ons het meest Nederlands voelen bij de feesies die we vieren. Nou, dan weet ik er nog wel een paar. Wat dacht je van de polonaise, een stukkie kaas met augurk op een prikkertje en tuinstoelen in een kring? Allemaal heerlijk georganiseerde oerhollandse feestvreugde, weet je wel, weet je niet.

Maar we zijn minder goed in spontane feestjes. Want als je je vrienden verrast met een onverwacht bezoekje, kan het zo maar zijn dat ‘ze net op het punt staan om te gaan eten’ en voor je het weet wordt de deur weer voor je neus dichtgezwiept. Dat is namelijk ook typisch Nederlands. Of de verwensingen in het verkeer ‘Hee kuthoer kun je niet uit je doppen kijken?’ zijn ook niet echt feestelijk, maar wel weer typisch Nederlands. Maar het meest Nederlands is toch wel het gemekker over het weer. Zodra het kwik boven de 25 graden uitkomt verzucht iedereen, maar dan ook werkelijk iedereen: ‘Wat is het warm hè?’

En het was warm deze week. O o o, wat was het warm. Het was onnederlands warm. En morgen wordt het weer heel warm. En misschien blijft het voorlopig ook nog wel heel warm. Vorig jaar was het namelijk ook heel lang heel erg warm. En mede daardoor wordt het ganse land nu geteisterd door de eikenprocessierupsplaag. Weliswaar een heerlijk galgjewoord maar verder vooral een heel naar beestje waar je vreselijke jeuk van krijgt. En dan schijnt deze rups nog peanuts te zijn vergeleken met zijn veel akeliger broertje, de dennenprocessierups, die vanuit het zuiden nu al in België is gearriveerd en gestaag doormarcheert richting onze grens. Dat is pas ongewenste massa-immigratie. Maar daar hoor je Wilders en Baudet niet over. Of wat dacht je van de tijgermug en de reuzenteek die zich hier vanwege die warmte zomaar zouden kunnen vestigen? Het is allemaal heel angstaanjagend en vooral zeer onnederlands.

En daarom is het hoog tijd voor het klimaatakkoord. En natuurlijk gaat het dan eerst over de centen. Daar kunnen we niets doen dat is nou eenmaal onze typisch Nederlandse zunigheid. Die heeft ons zelfs wereldwijde faam opgeleverd, want Going Dutch is overal ter wereld dé zegswijze geworden om een vrekkige vriend te duiden.

Maar er is nog iets waar we wereldwijde roem mee hebben verworven: onze typisch Nederlandse molen. Dat oerhollandse bouwwerkje heeft met zijn draaiende wieken heel wat duiten binnengeharkt. Het was namelijk de motor achter de meest florrissante periode die Nederland gekend heeft: de Gouden Eeuw. Hoe dat nou kwam, we gaan even terug in de tijd. Ene Krelis, een eenvoudige Zaankanter, ontdekte dat een draaiende molen dankzij de krukas ook een op en neergaande beweging kon maken en daarmee dus bijvoorbeeld hout kon zagen. Een enorme revelatie want nu kon één houtzaagmolen het werk van vijftig man overnemen.

Maar denk niet dat dit direct met gejuich werd ontvangen. De mensen waren bang hun baan te verliezen en vreesden armoede. Maar het tegenovergestelde gebeurde. Met al dat hout van die zaagmolens werd in no-time een complete vloot gebouwd en daar ging men, hoppetee met de VOC naar zee. Op het hoogtepunt draaide er in de Zaanstreek wel zo’n duizend molens en daarmee werd het ‘s werelds eerste industriegebied.

Het was dus weer die typisch Nederlandse wind die Nederland de vooruitgang inblies. Die dat arme boerenachterland omtoverde tot een welvarende grootmacht.

Nu staan we weer op de drempel van een grote omwenteling. Want we moeten vernieuwen, we moeten veranderen. We moeten van zwarte olie naar groene energie. Van fossiel naar duurzaam.

En ik zie mogelijkheden. Ik zie typisch Hollandse vergezichten. Want die wind blaast nog altijd. De molen kan ons opnieuw de vooruitgang in slingeren. En opnieuw staan de mensen op z’n zachtst gezegd niet te juichen. Er zijn zelfs al geradicaliseerde windmolenterroristen actief. Verandering gaat altijd gepaard met weerstand. Daar moeten we even doorheen bijten. Maar dan zou het zo maar kunnen dat we over enige tijd pas een echt feessie kunnen vieren. Een feessie dat verbroedert. Ik zou zeggen: koren op de molen van de Nederlandse identiteit.

GOLFBEWEGING
Ik weet nog dat ik op de middelbare school bij Economie leerde dat een periode van hoogconjunctuur altijd wordt opgevolgd door een periode van laagconjunctuur. En bij Duits leerde ik dat er in de literatuurgeschiedenis na een periode van ratio altijd een periode van emotie komt. Zo heb je eerst de Verlichting (ik denk dus ik besta) en dan de losgeslagen Sturm und Drang. Blijkbaar is de ene periode dus altijd een reactie op een andere en door de tijd heen golft dat zo lekker door.

Neem mijn heerlijk vrijgevochten jeugd in de jaren zeventig. Mijn ouders waren geabonneerd op de sekstant, fijne lectuur voor op de wc waar ik alles las over sleutelfeestjes en partnerruil en ik lag lekker met de blote tietjes op het strand want topless zonnen was toen nog heel normaal. Hoe anders is het nu. Het voetbalteam van mijn zoon gaat met een onderbroek aan onder de douche en Polen is bezig met een wet om seksuele voorlichting te verbieden. Koningin Victoria lijkt terug op aarde en snoert de kuisheidsgordel weer flink aan.

Maar we zijn niet alleen preuts, we zijn ook boos. Jarenlang werd er nergens tegen gedemonstreerd, zelfs studenten waren de straat niet op te schoppen toen hun basisbeurs de nek werd omgedraaid, maar nu is iedere scheet met of zonder stikstofgas reden om naar het Malieveld te trekkeren. Boeren, bouwers en wegberijders protesteren tegen regelgeving die hun niet bevalt. Schouten moet opzouten, Klaver in een kissie en kijk eens naar Duitsland want daar mag het allemaal wel. We zitten duidelijk in een periode van emotie en het nieuwe credo luidt ‘ik ben boos dus ik besta’.

Nou vond ik zo’n fuck-the-system-houding altijd best prikkelend, maar het wordt toch wel een gedoetje als iedereen begint te dreigen bij iedere wet die hem niet aanstaat. Neem die jonge gassies die liever snel carrière maken in een criminele organisatie dan dat ze naar school gaan. En die komen dan in opstand: “Leerplicht?… t is een klap in je gezicht. Beter hou jij je kop Arie Slob en kijk eens naar Bangladesh, hè broer gaan ze ook niet naar school.” Al zou het natuurlijk geweldig zijn als deze boys zowel minister Slob als Bangladesh als parate kennis kunnen ophoesten.

Maar nog beter zou het zijn als deze probleemjongeren met vast allerlei toestanden thuis niet aan hun lot werden overgelaten maar terecht konden bij een goed functionerende jeugdzorg. Want laten we wel wezen: we zitten in een golf van zoek het lekker zelf uit. De tijd waarin het rijk zijn burgers omarmde en voor de zwakkeren in de samenleving zorgde is voorbij. Sommige vonden die armen wat verstikkend en het was sowieso te duur, dus werden de instellingen voor bejaarden, psychoten en mishandelde kinderen gesloten.

En nu zitten we met een licht ontwrichte, tamelijk bekrompen samenleving vol boze burgers die proberen de eindjes aan elkaar te knopen tussen het mantelzorgen voor hun demente ouders en hun ontspoorde kinderen in. En dan heb ik het nog niet eens gehad over IS, het klimaat, de dreigende recessie en het opkomende populisme. Met andere woorden we zitten niet echt in een lekkere golf. Maar godzijdank kunnen we er vanuit gaan dat hier ook weer een reactie op komt. Het is even uitzitten geblazen, maar ergens in de verte gloort een nieuwe tijd waarin ruimdenkende mensen zich liefdevol om elkaar bekommeren. Tenminste, dat hoop ik dan maar.

HET WARE ZELF
Wie ben ik, wat wil ik en waartoe ben ik op deze wereld? Het zijn de grote levensvragen die ons gemoed teisteren. Zie er maar eens de antwoorden op te vinden.

Een goede vriendin van mij deed mee een ayahuasca-ceremonie. Dagen van tevoren moest ze al op dieet. Ze mocht geen alcohol, koffie en zuivel meer drinken, geen bananen, oude kaas en zuurkool meer eten. Ze maakte een flink bedrag over en vertrok naar een afgelegen boerderij in de polder om daar met zo’n twintig vreemde mensen in een kring de hallucinerende thee te drinken die haar tot nieuwe inzichten moest brengen. Dat je van het plantenbrouwsel moet overgeven nam ze op de koop toe. Om dichter bij jezelf te komen moet je nou eenmaal gezuiverd worden.

Een vriend reisde naar Albanië om daar een bergtocht te maken met echte mannen. Nou ja, eigenlijk waren ze de man in zichzelf juist een beetje kwijtgeraakt en daarom gingen ze met elkaar als een soort Indianen de elementen bezweren. In de hoop hun manlijke kern terug te vinden en te bevrijden. Tijdens de barre tocht schoren en wasten zich niet en de laatste avond brachten ze met elkaar in een zweethut door. Eén man werd onwel, maar de anderen stonden voor hem klaar. Dat vond ik best vrouwelijk van ze.

Weer iemand anders uit mijn vriendenkring neemt regelmatig een maand verlof om bij te tanken in een Ashram vlakbij New York. Gehuld in witte kleding staat hij dagelijks om vijf uur op voor de eerste meditatiesessie van de dag. Geen vlees, geen drank, geen seks, geen gesprek, heerlijk. Zwijgend vindt hij zijn ware ik weer terug.

In tegenstelling tot een collega die geregeld familie-opstellingen doet. Zij zwijgt niet, maar huilt. Hoe dikker de tranen over haar wangen rollen, hoe geslaagder ze de bijeenkomst vond.

Misschien heb ik rare vrienden, dat zou natuurlijk kunnen. Maar ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat we behoorlijk op drift zijn. Nu we de Vader, de Zoon en de Heilige geest goeddeels hebben uitgezwaaid als hoeder van onze reis die het leven heet, zijn we naarstig op zoek naar nieuw houvast. Het idee dat de mensheid niet meer dan een soort sprinkhanenplaag is die geen enkel nut dient behalve het kaalvreten van moeder aarde is voor velen ondraaglijk. Er moet meer zijn. Een reden, een bestemming, een waarheid, iets waarmee we ons leven zin kunnen geven.

En dus coacht de ene helft van de bevolking de andere helft. Want onze existentiële eenzaamheid blijkt een aardig verdienmodel. We hebben er heel veel voor over om die waarheid te vinden. Meestal ligt die besloten in onszelf. We komen er alleen niet meer bij. Onderweg ergens kwijtgeraakt. Waarom weet ik eigenlijk niet. Het zal vast iets met de complexe maatschappij en technologische ontwikkelingen te maken hebben. Alles wat bedoeld was als vooruitgang drijft ons volgens deze kenners weg van wie we werkelijk zijn. Beter hadden we in de Oertijd kunnen leven. Je werd wel voor het minste of geringste doodgeknuppeld, was doodsbang voor onweer of om van die platte aarde af te rennen, maar was verder helemaal in balans met jezelf en je omgeving.

Dat is nu anders. Nu moeten we om bij die diepste kern te komen heel wat schillen afpellen. En dat gaat natuurlijk niet zonder slag of stoot. Daar willen we graag een prijs voor betalen. Kotsend, zwetend, zwijgend en jankend verliezen we ons in sessies en ceremoniële bijeenkomsten om het contact met ons ware ik te herstellen. Zodat we eindelijk antwoorden krijgen op al die grote levensvragen die ons kwellen.

Nou, ik durf te stellen, de oermens had die antwoorden niet en wij zullen ze ook niet vinden. Net zomin als we ons ware zelf zullen leren kennen. Kijk in de spiegel. Dat hele pakket, dat is wat het is. Helaas ben je niet alleen jezelf als je gelukkig bent, ook die sombere, twijfelende, angstige ik, ben je toch echt zelf. En het leven is en blijft een mysterie. Deal with it. Geniet af en toe van een zonnenstraal op je gezicht of de slappe lach van je kind. Heel veel meer valt er niet te halen.

HET MIDDEN
De laatste column in het laatste politiek café. Wat is er veel besproken, hier aan deze tafel, wat is er heftig gediscussieerd, wat is er veel geprikt, gepord en geprovoceerd, wat hebben mensen zich verschanst en verdedigd, wat is er veel verduidelijkt en wat zijn er veel rookgordijnen opgetrokken. Och, och, och en waar ging dat toch allemaal over? Het waren roerige tijden, dat is een ding wat zeker is. Misschien een beetje te. En zoals mijn oma altijd al zei: “Overal waar te voor staat, dat is niet goed, behalve dan tevreden. Ja toch, niet dan?” Ja, mijn oma, die rookte graag een sigaretje teveel.

Maar het afgelopen jaar, was er heel veel ‘te’, ‘te veel’ warmterecords gebroken, teveel eikenprocessierupsen, teveel stikstof, teveel trekkers op de weg, teveel trekkers in deuren van provinciehuizen, teveel boreale praatjes, teveel moties in de tweede kamer, teveel fake news, teveel dreigementen, teveel afgeschoten brexitdeals, teveel lachgasballonnetjes hihihi, teveel plofkraken, teveel advocaten geliquideerd, nou ja het was er één, maar dat is er toch echt één teveel, teveel pro’s tegen kickouts, teveel protestmarsen overal en voor van alles, kortom alles was echt té oververhit.

En natuurlijk verschillen we van mening, natuurlijk hebben we links en rechts en dat is ook altijd zo geweest, maar tijdens mijn leven hebben links en rechts nog nooit zo mijlenver uit elkaar gelegen als op dit moment. En wat schelden ze elkaar de huid vol. Met aan de ene kant de klimaatgekkies, de gutmenschen, de extreemlinksen en aan de andere kant de rechtsradicalen, de farmers defense force en de blonde anitfeministen. Zich meer en meer verschuilend in hun eigen bunker, vol haat naar ‘de ander’.

Maar jemig de pemig, die ‘ander’, dat is gewoon je buurman hè of je nichtje. Daar heb je het altijd heel goed mee kunnen vinden. Maar nu sta je ineens lijnrecht tegenover elkaar. Omdat de één in de stad woont en de ander in de provincie. Of omdat de één voor zwarte piet is en de ander niet. En zo loopt het verjaardagsfeestje van tante Hanny ineens helemaal uit de hand. Maar This is Holland, weet je… klein kikkerlandje, de uitvinder van het poldermodel, het land van ‘doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg’, van woensdag gehaktdag. Jongens toch, waar is toch dat midden gebleven?

Dat schijnbaar verdwenen midden van al die mensen die gewoon een beetje gelukkig willen zijn. Die ‘s ochtends met hun regenpak in de fietstas naar kantoor fietsen, ook al hebben ze wind tegen. Die in het weekend graag een uurtje in de tuin werken of in de buurt een ‘ommetje’ gaan maken. Die als vakantie twee weken gaan camperen in Frankrijk met hun opgroeiende pubers. Die het soms ook niet meer weten met die pubers en daarom naar de knotsgekke voorstelling Tis Hier Geen Hotel gaan. Al die mensen die hun leven een 7,5 als gelukscijfer geven (Nederland is het vijfde gelukkigste land ter wereld!), die vrijwilligerswerk doen, die storten op giro 555 als er ergens in de wereld hulp nodig is, al die lieve mensen die echt wel hart hebben voor ‘de ander’.

Laat je toch niet bang maken. Laat je niet uit elkaar drijven. Potverdorie zeg, kies voor het midden. Misschien een beetje naar links of een beetje naar rechts, maar maak het niet te gek. Kies voor elkaar, met een beetje geven en een beetje nemen, gehakt halfom weet je wel. Gewoon lekker samenleven. Zoals we dat de afgelopen 75 jaar hebben kunnen doen. In vrede mensen, in vrede. Zo hee, heeft deze laatste column toch ineens iets weg van een kerstboodschap. Of winterboodschap, net wat u wilt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>