Columns NPO Radio2

images-1Ellen was één van de vaste columnisten bij het programma Hemelbestormers van de KRO op Radio 2. In de rubriek de ‘Opschudder’ las ze haar columns voor. Helaas is het programma gestopt. Voor iedereen die het gemist heeft zijn er hieronder een aantal te lezen.

 

 

MOEDERDAG
Wat een genot. Acht jaar geleden werd mijn zoon geboren en kreeg ik deze 2e zondag in mei er gratis als feestdag bij. En me dunkt daar was ik aan toe ook.

Mijn hele leven had ik het met alleen mijn verjaardag moeten doen. En eerlijk is eerlijk, met het verstrijken der jaren was de glans daar wel een beetje vanaf. Als kind was ik totaal in de gloria van die magische dag waarop je niet alleen een jaar ouder werd, maar ook het stralende middelpunt was temidden van taart, slingers en cadeautjes. Maar op een gegeven moment is er niks lolligs meer aan dat jaartje erbij, kun je de feestjes met die eeuwige vriendengroep wel uittekenen en word je al moe bij alleen de gedachte aan een verlanglijstje aangezien de flessen port en ongelezen bestsellers van vorig jaar nog lusteloos op je liggen te wachten. En zo begint een verjaardag langzamerhand meer op een rouwdag dan op een feestdag te lijken. Maar godzijdank was daar ineens die 2e zondag in mei: Moederdag.

Die eerste keer, acht jaar geleden, was een zegen. Er hoefde niets gevierd te worden, ik werd alleen maar verwend. Niet vroeg het bed uit om met kratjes bier te slepen, maar heerlijk onder de wol blijven om ontbijt op bed te krijgen. Niet lopen poetsen en schrobben om dat huis aan kant te krijgen voor de visite, maar heerlijk opgerold op de bank toekijken hoe mijn vriend opruimt, stofzuigt, dweilt, afwast, schoonmaakt, boodschappen inruimt, bloemen schikt, kookt, oud papier wegbrengt, de ramen lapt, de kamer opnieuw wit en de tuin op orde brengt. Want hee, je moet zo’n verwendag natuurlijk wel een beetje uitbuiten. Daarom had dit nieuwbakken moedertje een keurig lijstje gemaakt wat er deze dag gebeuren moest. Dat allemaal opschrijven vond ik al meer dan genoeg werk.

Maar het allermooist van deze dag was natuurlijk dat knutselwerkje. Dat eerste knutselwerkje van mijn zoon, speciaal voor zijn moeder gefabriceerd. Zijn handjes en voetjes in kleurige verf afgedrukt op een groot uitgeknipt papieren hart. Dat hart was zoveel meer waard dan al die goedbedoelde verjaardagscadeautjes bij elkaar. Vol trots hing ik dit meesterwerk op de koelkast in onze woonkeuken.

We zijn nu acht jaar en een zelfgeregen kralenketting, beschilderd bloempotje, eigenhandig ontworpen wijnetiket en beplakt fotolijstje verder. En ik durf het bijna niet te zeggen, maar de glans is er inmiddels wel een beetje af. Het beschilderde hart is verkleurd, het fotolijstje viel geheel spontaan van zelfgemaakte ellende uit elkaar en af en toe vind ik nog ergens een verloren kraal van die allang stukgetrokken ketting. Ik word gek van al die meuk en realiseer me maar al te goed dat ik het niet meer verdien om verwend te wórden omdat ik al zo ongelooflijk verwend bén.

Ik verdien geen verjaardagsfeest, geen moederdag en zeker geen nieuwe feestdag. Eigen schuld. Maar gelukkig is er die zoon van mij. Die zoon van bijna acht. Over 60 nachtjes is het zover. Wat een genot. Om hem helemaal in de gloria die magische dag te zien beleven. Zo stralend dat zelfs ik begin te glimmen. Me dunkt dat dat het leven glans geeft.

OERMAN
Het gaat helemaal niet goed met de man. Och die arme man die het ooit voor het zeggen had en nou niet weet waar hij het zoeken moet. Terwijl de vrouwen als powergirl of rockbitch rete-amibitieus de arbeidsmarkt bestormen en echt niet meer weten of ze nou in de 4e of 5e feministische golf zitten zijn onze mannetjes helemaal de kluts kwijt.

Ze moeten werken, zorgen, communiceren en liefhebben en dan te bedenken dat ze helemaal niet kunnen multitasken. Dus lopen ze enigszins verdwaasd rond in een speeltuin met een baby in een draagzak op hun buik, vragen ze kookboeken voor hun verjaardag en proberen ze tussen twee wasjes door toch nog wat werk gedaan te krijgen. En als La Mama dan ‘s avonds thuiskomt krijgen ze er ook nog van langs dat ze de wasverzachter vergeten zijn. Ze hebben echt hun best gedaan om de vrouw alle ruimte te geven die ze opeiste, maar potverdorie, ze kunnen er niks aan doen, het knaagt. Nee, het vreet aan ze. Van jongsafaan worden ze geknecht en ze zijn het zat.

Ze willen niet langer door juffies op school vastgeketend worden aan de schoolbankjes, nee ze willen rennen vliegen vallen en weer opstaan. Ze willen niet langer in kringgesprekken moeten praten over wat ze ervan vinden of wat ze erbij voelen, nee ze willen brullen, briesen, beuken en banjeren. Ze willen niet langer emmeren, dubben, wikken en wegen, nee ze willen vrij, ze willen in galop, ze willen kataklop kataklop hop hop hop over schuttingen, door muren BAM er rechtopaf.

De tijd van de huisman of metroman is definitief voorbij, ruim baan voor de OERMAN. En wat heeft een beetje Oerman aan z’n gezicht hangen? Juist, een baard. Was de baard een paar jaar geleden nog voorbehouden aan gelovigen Joden en Moslims, nu loopt elke zichzelf respecterende man met een joekel van een baard. Want ik heb het niet over het sexy ongeschoren weekendbaardje, nee ik heb het over het Jan Piet Joris en Corneelwerk, het echte werk. Steeds vaker draai ik me op straat om omdat ik het bijna niet kan geloven. Hoe hipper de man, hoe langer zijn baard. Ik wist niet eens dat zo’n ding zo lang kon worden. Sinterklaas is er niks bij.

Het lijkt alsof de heren het de dames goed willen inpeperen. Die grietjes met hun mooie schoolresultaten, die mopjes met hun twee studies tegelijk, die mama’s met hun strakgeorganiseerde agenda’s, ze kunnen studeren en werken en miep miep miep alles voor elkaar hebben, maar hee een baard kunnen ze niet laten groeien. De baard is het domein van de man. De echte man, de rauwe, woeste, sterke man. Let wel, he’s back!

Maar ze vergeten één ding. De baard mag nu in zijn, de hype zal vast weer overwaaien. Zoals na wijde pijpen de skinny jeans komt, zo zal na de baard het gladgeschoren koppie weer opduiken. Dus als over twintig jaar die baby’s op hun buik groot geworden zijn, en als die hun jeugdfoto’s bekijken, oh wat zal er dan keihard gelachen worden. Papa met een baard hahaha, wat zal hij toen de kluts zijn kwijtgeweest.

MODERNITEIT
Ik kan mij vaak zo machteloos voelen. Dan lees ik in de krant dat zorgverzekeraars de aanvullende pakketten gaan uitkleden. Dat denk ik nee, nee, alsjeblieft doe het niet. Ik wil helemaal geen uitgekleed pakket, ik vind een aangekleed pakket al erg genoeg. Maar ze luisteren niet naar mij. Ze luisteren naar niemand. Ze doen wat ze willen. De verzekeraars, de bankiers en de mannen van de goederenindustrie.

En nou hoor ik je denken: de mannen van de goederenindustrie? Waar hééft ze het over? Nou dat zal ik je vertellen. Ik heb het over al die spullen, die apparaten die smartphones, tablets, laptops E-readers met steeds nieuwe snufjes en updates, met nog snellere verbindingen en weer andere uitgangen. Gek word ik ervan. Het kopen van een nieuwe laptop zou leuk moeten zijn, maar het is een ramp! Want wat blijkt: je videocamera, je printer en je Ipod zijn niet meer compatible, firewire is afgeschaft en de dvd-gleuf ontbreekt. Ja, u hoort het goed, ontbreekt, foetsie, geen gleuf, nog geen kier, zit helemaal potdicht.

Dus daar zit ik dan met mijn dvd-boxen van de nieuwste series die ik lekker met mijn vriend met de laptop op schoot in bed had willen kijken. Had niemand me kunnen vertellen dat de dvd ineens een totaal achterhaald medium is? Dat de laptopverkoper mij met een smalend lachje zou aankijken als ik het woord dvd-speler heel voorzichtig in de mond durf te nemen? En dan te bedenken dat ik zo iemand ben die z’n cassettebandjes nog niet kan weggooien. Omdat ik nou eenmaal herinneringen heb bij die bandjes aan allerlei spannende dingen die ik toen voor de eerste keer deed. En herinneringen, die gooi ik niet weg.

Inmiddels heb ik kasten vol bandjes, elpees, cd’s, boeken, videocassettes, floppies, cd-roms en fotoboeken. Vriendjes van mijn zoontje kijken vol verbazing hun ogen uit in dit rariteitenkabinet. Dit hebben ze nog nooit gezien. De vrouw met de baard zaait minder verwarring dan een elpeehoes van Michael Jackson. Hè wat een gekke poster? En er zit nog een soort frisbee in ook… Nee, nee, nee jongetje, dat is een elpee, dat is wat nu een cd is… sorry nee, wat nu uit je moeders computer komt. Het is muziek. Aah zegt het jongetje, leuk, kunnen we dansen? Ha, we begrijpen elkaar weer.

Ik zal wel hopeloos ouderwets zijn, maar waarom moet alles steeds anders? Er gaat voor mij nog steeds niks boven het zwarte vinyl uit de prachtige hoes dat met het kleine kraakje door de speakers komt. En eerlijk gezegd vond ik ook helemaal niks mis met het ziekenfonds. Het gouwe ouwe ziekenfonds, weet u nog wel? Als ik nu ga verhuizen en al die dozen vol rommel 3 trappen op en af moet sjouwen, moet ik maar hopen dat mijn aanvullende zorgverzekering de fysiotherapie nog wel vergoedt. Maar ja, het is ergens wel logisch ook want een Icloud weegt natuurlijk heel wat minder. Dat is de prijs die ik betaal voor mijn antieke instelling. En antiek is nou eenmaal duur.

RENSCHOENEN
Ik heb toch zoiets leuks meegemaakt. Zoiets aardigs en opbeurends. Nou, dat werd ook wel tijd ook hoor. Want ik zat er behoorlijk doorheen. Al die narigheid die we te verstouwen krijgen. Zie dat allemaal maar te verteren. Alles wordt minder, huren stijgen, de koopkracht daalt, we moeten harder en langer werken met minder banen, de kinderopvang wordt onbetaalbaar, de zorg uitgekleed en straks hebben we alleen nog Geer en Goor op tv. Lieve help, ik ga bijna tobbend tenonder.

“Je moet eruit”, zeggen vrienden. “Je moet naar buiten, lekker fris. Je moet gaan rennen”, zeggen ze. Onder het motto ‘een gezonde geest in een gezond lichaam’, volg ik hun raad op. Waarom niet? Wie weet druppelen straks de zorgen mét het zweet van mijn hoofd. Dus sinds kort heb ik een nieuwe hobby: ik ren. Ik ren langs velden en door bosjes, in het park en op straat. Ik ren de wolkenvelden uit mijn kop. Ik ren het zonnetje tegemoet. Maar helaas, de opklaringen in de geest gaan gepaard met storingen in het lichaam. Want au mijn enkel en oei wat is dat met die heup?

Blijk je dus niet zomaar te kunnen gaan rennen. Blijk je daar dus hele speciale renschoenen voor nodig te hebben. Blijkt er dus een winkel in Zaandam te zijn die je precies kan vertellen welke schoenen jij nodig hebt. Tenminste dit alles beweert een buurvrouw die haar zorgen al langer met succes van zich afrent. Ik denk: poverdikkie, helemaal naar Zaandam? Voor een paar schoenen helemaal naar Zaandam? Potverdikkie, dan moet het wel een héle bijzondere winkel zijn.

Nou lieve mensen, dat is het. Ik kan het weten, ik ben er geweest. Een hele bijzondere winkel. Met een buitengewone zeldzaamheid: aardig winkelpersoneel. Gewoon echt aardig. En dat nog verstand van zaken heeft ook. Dat je niet de winkel uitkijkt maar de tijd voor je neemt. En je dan niet eens het duurste artikel probeert aan te smeren. Ik wist niet wat me overkwam. Anderhalf uur ben ik binnen geweest voor één paar schoenen. Mijn voeten zijn gemeten en gewogen, bekeken en besproken. Ze zijn in diverse schoenparen gestoken, ze zijn gefilmd en geanalyseerd en uiteindelijk zijn ze voorzien van een paar schoenen dat ze overal exact van de juiste steun voorziet.

Vanaf nu brengen mijn schoenen lichaam en geest naar onbewolkte oorden waar ik het bestaan niet van wist. Er is slechts één vlekje op deze zonnige geschiedenis. De ontwerpers van die schoenen zijn iets minder aardig. Mijn god, wat zijn ze lelijk. Niet die ontwerpers, maar die schoenen. En dan ook allemaal. Ze zijn turquoise, oranje of roze met lichtgevend groen. De mijne zijn misschien nog wel het allerlelijkst: paars met geel en dan een witte zool die ze met blauwige streepjes op marmer hebben willen laten lijken. Marmer, hallo, op marmer kan je helemaal niet rennen. Tssss…

Er zijn twee dingen denkbaar. Of die ontwerpers denken dat mensen die rennen geen smaak hebben of ze denken: als jij zo nodig wilt rennen dan zorgen we wél dat je voor gek loopt. Nou ja, er loopt in ieder geval een gelukkige gek. Zonder kopzorgen en met een goddelijk lichaam.

TANDARTS
Soms droom ik van een hele mooie wereld. Een wereld waar iedereen het beste met elkaar voor heeft. Waar mensen elkaar helpen als ze hulp nodig hebben. En waar deskundigen hun kennis delen met onwetenden. Vanuit oprechtheid, zonder daarbij uit te zijn op eigen gewin.

Klinkt misschien een beetje vaag, laat ik terzake komen. Ik moest weer eens naar de tandarts. Voor iemand die zo vaak naar de tandarts moet als ik zou je verwachten dat ik een goldmembercard heb met extra ledenvoordeel of af en toe een gratis servicebeurt krijg of toch op z’n minst zegeltjes kan sparen voor luxe flosdraad of extra beschermende tandpasta. Maar helaas, hoe vaker ik kom hoe meer ik moet betalen. Zodra ik de drempel van de praktijk overstap begint de tikker te lopen. Ik kom binnen, zeg goedemorgen tegen de receptioniste -25 euro-, hang mijn jas op in de wachtkamer -25 euro-, moet 40 minuten wachten -25 euro- ben ik eindelijk aan de beurt, wordt er na 2 minuten geconstateerd dat ik een gaatje heb -75 euro-, moet ik een nieuwe afspraak maken -25 euro- zodat ze volgende week dat gaatje kan vullen voor een bedrag waar ik een week boodschappen van kan doen. Wat ik verdien, gaat linearecta naar mijn tandarts. Ik heb een 2e hypotheek genomen voor mijn tandarts. Spaarrekeningen van mijn kinderen geplunderd voor mijn tandarts. Nu heb ik ook wel een slecht gebit hoor. Althans dat zegt zij. Mij kun je alles wijsmaken, ik ben in dit geval de onwetende en overgeleverd aan de oprechtheid van de kenner, mijn tandarts.

Toevallig viel mijn oog vorige week op een artikel in de krant. Het ging over de studiekeuze na school. Van meer dan 70 studies was in kaart gebracht wat je na je afstuderen gemiddeld gaat verdienen. En welke studie brengt by far het meeste op: juist tandheelkunde! In de tabel zag je een heel gelijkmatig verloop van steeds een klein beetje meer inkomsten met één belachelijk grote uitschieter: de tandarts. Een wiskundige verdient niet eens de helft en een leraar basisonderwijs verdient zo weinig dat het niet anders kan dan dat ie met een heel slecht gebit voor de klas staat. De leraar basisonderwijs die onze kleintjes, de toekomstige generatie, normen en waarden bijbrengt. Die onze kinderen leert dat we elkaar moeten helpen, juist de onwetenden. Mijn zoontje mag dat prachtige gedachtengoed op school in de praktijk brengen door kindjes in groep 3 met leesproblemen als tutor te begeleiden. Van zijn juf heeft hij een stickervel gekregen waarmee hij zijn leeskindjes mag belonen als ze goed hun best doen. Ik heb dat stickervel natuurlijk onmiddellijk verscheurd. In plaats daarvan heb ik mierzoete toffees in zijn tas gestopt. Het lijkt me veel zinvoller als hij de kinderen zo nu en dan wat snoepgoed toestopt. Als hij dan straks een succesvolle tandartsenpraktijk hier in de buurt runt heeft hij tenminste wat te versleutelen.

Zelf denk ik erover om me te laten omscholen tot automonteur. Cabaretier kwam niet eens in de krantentabel voor vandaar. En dan begin ik een garage vlakbij mijn tandarts. Mocht ze dan langskomen voor een apk-keuring dan gaat die tikker zo tekeer dat haar tandvlees spontaan begint te bloeden: nieuwe remschijven, nieuwe v-snaar, nieuwe banden nieuwe motor, nieuwe carrosserie, tja de auto is echt in heel slechte conditie. Dat zal zij als onwetende in alle oprechtheid van mij als deskundige moeten aannemen.

BROODBUIK
Ik zit aan tafel bij een hele mooie slanke vrouw. Nadat we een kopje kruidenthee hebben gedronken en ik per ongeluk een boertje laat drukt ze me een boek in handen. Het is een boek over eten. Of eigenlijk over alles wat je niet moet eten. Ik blader er wat doorheen en schrik me een hoedje. Waarschijnlijk heb ik niet lang meer te leven. Ik eet namelijk hele giftige dingen waar je hele enge ziektes van kan krijgen. En nou heb ik het niet over geroosterde sprinkhanen of gebraden kikkerbilletjes. Ik heb het over brood. Ik wist helemaal niet dat mijn dagelijkse bammetje zo’n aanslag op mijn leven is. Ik krijg er een broodbuik van, een beschadigde darmwand, diabetes of een hartaanval. Mijn broodje kaas is het asbest onder de lunchpakketten. Ja zeg dat wel, want kaas mag ook helemaal niet! Sowieso geen melkproducten! Want melk komt van koeien en wij zijn mensen en geen kalfjes, dus dat is allemaal heel onnatuurlijk.

Het boek zegt dat ik alleen natuurlijke dingen moet eten. Dingen die ze in de oertijd ook aten. Bessen en noten, eieren zijn ook goed, bonen en groene smoothies zijn het summum van goed. Puh, alsof ze in de oertijd een slowjuicer van €429 konden betalen. Als ze al geld hadden… als ze al slowjuicers hadden… als ze al elektriciteit hadden… Anyway, ik zal aan de smoothies moeten want ik moet nodig gedetoxt worden. Mijn lever kan al dat gif dat ik binnenkrijg van suiker, graan en zuivel helemaal niet aan en dat is waarom ik me zo moe voel. En boertjes laat. De mooie slanke vrouw kijkt me veelbetekend aan. Zij laat nooit boertjes en is helemaal niet moe. Nee, ze bruist van de energie en kan geen moment stilzitten. Ondertussen lurkt ze aan een fles met een groenige smurrie erin. Spinazie, gemberpoeder, gojibessen, hennepzaad en selderiestengels, mmmm heerlijk. Ze rekt en strekt haar pezige lijf. Ze is kilo’s afgevallen verzekert ze me. Weer die veelbetekende blik. Heeft ze me daarom het boek gegeven? Ik heb hier en daar een gezellig rolletje teveel, dat kan ik niet ontkennen.

En ineens zie ik de vergelijking. Als we dieren waren geweest, was ik het tamme beest en zij het wilde. Ik het dikke konijn, beetje volgevreten, zacht en rond, halfslapend in het zonnetje en zij een haas: rank, pezig en voortdurend in beweging. En dan valt het kwartje. Ik heb om mij heen de laatste tijd heel veel tamme konijnen in wilde hazen zien veranderen. Moeders bij het schoolplein, yuppen uit de buurt, zelfs familieleden zijn bevangen door het gezondheidsvirus en razen door het leven met zo’n rusteloze blik in de ogen. Die zal de oermens ook gehad hebben. En dat is ook niet zo gek, want een groen sapje en een handjevol noten vult voor geen meter. De oermens had honger en de mooie slanke vrouw tegenover me ook.

Ik laat mijn bammetje lekker in mijn tas zitten, want ik ben als de dood dat ze me bespringt om mijn lunch uit handen te graaien. Een beetje hongerig, maar wel fit mooi en slank. Misschien moet ik mijn lunchpakketje straks ook maar aan de eendjes voeren en toch eens kijken voor zo’n slowjuicer. Want dit konijntje mag ook best een beetje fitter, mooier en slanker worden.

WEEKENDJE WEG
Het is een klein wonder dat ik hier zit. En nog gewoon rechtop ook. Dat had ik gisteren niet kunnen denken. Nee, gisteren dacht ik nog dat ik misschien wel nooit meer zou kunnen lopen. Dus in die zin valt het allemaal nog mee.

Het zit namelijk zo. Die schoolvakanties zijn natuurlijk enig, maar na een paar weken geploeter op een Noordhollandse camping met twee kinderen waren vriend en ik dringend aan vakantie toe. Eigenijk moesten we nóg een weekje, maar na de zoveelste Spartaanse ijsdouche knapte er iets. In een impuls graaiden we wat schone kleren bij elkaar, kieperden onze ontbijtbordjes bij de karrevracht afwas die nog stond te wachten, grepen ieder een kind onder de arm en renden naar de parkeerplaats. Het was mooi geweest, papa en mama moesten even op adem komen.

We koersten plankgas naar Limburg, stalden de kindjes bij opa en oma en hadden maar liefst drie, ik herhaal drie, dagen de tijd om alles te doen wat ons lief is. Hatsiekiedee het café in, krantje lezen, hatsjiekiedee uiteten mét een goed gesprek, hatsiekiedee naar de film en hatsjiekee meteen naar nog een film. Wat een geluk, wat een luxe, wat een weldaad. We hadden de smaak helemaal te pakken en besloten er nog een verwenmomentje tegenaan te gooien. Want hee, de tijd was aan ons dus waarom niet: hatsiekiedee naar de sauna! Heerlijk bubbelen, zweten en dompelen tussen de Limburgse glooiingen in het plaatsje Born. Ik weet niet of het de hitte, de glooiingen of pure hoogmoed was, maar ik kwam op het onzalige idee er nog een schepje bovenop te doen door een afspraak te maken met een masseur. En op dat punt ging het mis.

Kijk je hebt er die met zachte hand je rug aaien en je hebt er die zich met hun volle gewicht op je storten. En dat is vast en zeker bedoeld om blokkades weg te masseren maar het zou ook iets met het botvieren van bepaalde sadistische genoegens te maken kunnen hebben. En in het geval van deze masseur was daar geen twijfel over mogelijk. Je zou het niet zeggen als je het mannetje zag. Een kabouterachtige verschijning met een vrolijke lach, druk heen en weer drentelend in de behandelkamer. Maar toen hij me de hand schudde hadden er alarmbellen moeten gaan rinkelen. Natuurlijk moet een beetje masseur wat kracht in zijn handen hebben, maar als je het mij vraagt konden de knokige kabouterknuistjes van dit exemplaar zonder blikken of blozen een fietsstuur rechtbuigen.

Ik had mijn hoofd nog niet in het gat van de massagebank gestoken of de Mike Tyson onder de masseurs begon zich uit te leven. Hij kneep met volle kracht in ellebogen, kuiten en enkels om te kijken of mijn meridianen in balans waren. Jaja. Toen ik het uitgilde van de pijn lachte hij vrolijk dat hij ook wel de Beul van Born genoemd werd. Daarna volgden de meest straffe veertig minuten van mijn leven. Mijn beide bevallingen waren peanuts vergeleken met deze ‘ontspannende massage’. Nadat hij iedere centimeter van mijn lijf had laten kraken besloot de Beul van Born dat al mijn fysieke problemen samenkwamen in mijn schedelrand. Tot nu toe was deze rand, die van oor tot oor achterlangs je nek loopt me nooit erg opgevallen. Ik wist eerlijk gezegd niet eens dat ie er zat. Nou, ik kan je vertellen dat is nu anders. Sinds de Badr Hari kabouter mijn rand bewerkt heeft is ie geen moment uit mijn gedachte geweest. Want ik zit hier nu wel, en nog rechtop ook, maar mijn hoofd kan ik voorlopig niet bewegen. Het ziet ernaaruit dat ik een paar weken rust moet houden. Was ik nou maar onder die spartaanse ijsdouche blijven staan, dan had ik morgen weer gewoon mogen gaan werken.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML tags en attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>